"Meer natuurrampen? Of gewoon betere data?"
- elisabet82
- Jun 17
- 3 min read
Updated: Jul 25
Wat perspectief over rampen, vooruitgang en het belang van goed tellen.
Iedereen kent het gevoel: je leest een artikel over alweer een overstroming, een aardbeving of een hittegolf en je denkt... "Het wordt erger en erger." Maar is dat ook echt zo? Of kijken we gewoon beter dan vroeger? In een wereld die elke dag meer data verzamelt dan ooit tevoren, is het misschien tijd voor een reality check. Bij ViBeS doen we waar we goed in zijn: we zoomen uit, plaatsen zaken in perspectief en zoeken het goeie nieuws dat erin verstopt zit, samen met Our World in Data. Check trouwens regelmatig eens hun site voor een juist overzicht van de stand van onze wereld. www.ourworldindata.org

WAT DE DATA ONS (NIET) ZEGGEN
Sinds de jaren '80 stijgt het aantal gerapporteerde natuurrampen spectaculair. Een grafiek van de internationale rampendatabase EM-DAT toont het scherp: waar in de jaren ’70 gemiddeld 100 rampen per jaar werden gemeld, zitten we nu aan 400 à 500 per jaar. Maar let op: dat is niet per se omdat de aarde zoveel bozer is geworden.

EM-DAT, een Belgische database gerund door CRED aan de UCLouvain, geeft zelf toe: vóór 1980 was er amper een systematische manier om rampen te registreren. Kleine of middelgrote rampen? Geen communicatie, geen rapport, geen data. Pas met de opkomst van satellieten, internet en internationale samenwerking werden we echt goed in tellen. De rampen waren er misschien al, maar niemand keek.
GROOT, KLEIN, GEMIST

In de vroege data uit de 20ste eeuw zie je vooral grote rampen. Kleine rampen met weinig doden of beperkte economische schade verschenen amper in de statistieken. Vandaag krijgen ook die kleine events een plaats in de data. Goed nieuws, want dat betekent dat we completer meten. Maar het betekent ook dat het lijkt alsof er veel meer rampen zijn, terwijl het in feite gaat om beter zicht.
HET DODELIJKE VERSCHIL
Als we kijken naar rampen met meer dan 200 doden, zie je geen spectaculaire stijging. Integendeel, de data zijn veel stabieler. Dat suggereert dat er niet noodzakelijk meer grote rampen gebeuren, alleen dat we sinds de jaren ’80 ook kleinere incidenten registreren.
GRAFIEK 3: Aantal rampen per decennium met >200, >500, >1000 doden – toont stabiele of dalende trend.

DE WERELD WORDT VEERKRACHTIGER
Wat deze cijfers ook verbergen, is dat onze veerkracht stijgt. Dankzij technologie, betere bouwstandaarden, waarschuwingssystemen en snellere hulpverlening overleven meer mensen dezelfde stormen die vroeger duizenden slachtoffers maakten. Rampen worden sneller opgemerkt, sneller gemeld, sneller aangepakt. Zelfs in data die economische schade meten, zie je een opvallende trend: armere landen rapporteren minder, simpelweg omdat er minder meetcapaciteit is. Dus ook hier: wat je niet ziet, wil niet zeggen dat het er niet is. Maar ook niet dat het erger wordt.
CONCLUSIE: MINDER DOEM, MEER DATAWIJSHEID
Bij ViBeS geloven we in vooruitgang – en die zit hier zelfs in de manier waarop we naar rampen kijken. We mogen gerust bezorgd zijn over het klimaat en rampen, maar laat ons zorgen op data bouwen, niet op misverstanden. Dankzij betere registratie, betere communicatie en betere data, weten we meer. En dat is geen reden tot paniek, maar een teken van vooruitgang.
VIBeS Verdict: Het beste moet nog komen. Zeker als we blijven kijken, meten, bijsturen en vooral: perspectief houden.



