Van salami naar salades dankzij de Voedingsrichtlijnen
- elisabet82
- Jun 19
- 2 min read
Updated: Jul 29
Er was een tijd dat een dag zonder charcuterie in Vlaanderen als een gemiste kans gold. De gemiddelde lunchbox zat vol boterhammen met salami, préparé of ham. Bij het avondeten verschenen vlees, aardappelen en een schep groente (meestal uit blik) standaard op tafel. En wie frisdrank wilde, vond die in grote flessen die ongegeneerd midden op tafel bleven staan. Het was de smaak van de jaren ’90, overgoten met saus en doorspekt met gemak. Maar de tijd is aan het keren.

Vandaag zijn we een ander land geworden, en misschien beseffen we dat nog te weinig. In amper een kwarteeuw is ons eetgedrag merkbaar veranderd. Suiker wordt steeds vaker met argwaan bekeken. Rood vlees, ooit een vanzelfsprekendheid, wordt vaker ingeruild voor vis, peulvruchten of een vegetarische dag. Zelfs alcohol, de stille gast op elk familiefeest, verliest terrein. En dat is geen moraliserende revolutie, maar een culturele evolutie. Een trage, hardnekkige verschuiving van gewoontes die vandaag stilaan collectieve waarden worden.
De nieuwe voedingsrichtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad, gelanceerd in juni 2025, bevestigen niet alleen wat we al lang voelden, ze vieren het ook. Ze laten zien dat het pad dat we bewandelen van overdaad naar evenwicht, van impuls naar bewustzijn, effectief het juiste is. Waar vroeger medische waarschuwingen klonken, komt nu erkenning: we zijn aan het kantelen. En de richtlijnen zijn geen belerend vingertje meer, maar eerder een bemoedigend schouderklopje.
Wat vooral hoop geeft, is dat de cijfers die eraan ten grondslag liggen niet langer enkel zorgwekkend zijn. Ze tonen ook vooruitgang. De gemiddelde Belg eet minder rood vlees dan twintig jaar geleden. Het gebruik van frisdrank daalt, zeker bij jongeren. Meer mensen kiezen volkorenbrood boven wit. En tussen de massa’s foodblogs, receptenapps en groentepakketten zie je een nieuwe eetcultuur groeien — een die smaak en gezondheid verzoent met gemak en plezier.

De nieuwe richtlijnen zijn dus geen plotselinge wake-upcall, maar de logische stap in een verhaal dat al jaren aan het rijpen is. Ze bevestigen dat het oké is om minder vlees te eten, dat noten en peulvruchten net zo goed een hoofdrol verdienen, dat water met een schijfje citroen een even feestelijke drank kan zijn als wijn. Ze geven taal aan de nieuwe eetcultuur die we collectief aan het schrijven zijn. En dat is op zich al goed nieuws.
Want als er iets is dat Vibes wil brengen, dan is het dit: het bewijs dat vooruitgang mogelijk is. Dat er meer mensen dan ooit bezig zijn met wat goed is voor hun lichaam én voor de planeet. Dat gezonde voeding geen hype is, maar een stille revolutie. Niet gedreven door schrik, maar door goesting. Niet door regels, maar door smaak.
Wie vandaag in de rekken kijkt van de supermarkt ziet het verschil. Wie kinderen grootbrengt, voelt het verschil. Wie kookt met vrienden, proeft het verschil. En misschien, als we even afstand nemen, realiseren we ons: we doen het eigenlijk al behoorlijk goed. We zijn op de goede weg. En daar helpen deze richtlijnen bij, niet als verplichting, maar als inspiratie. Als een aanmoediging om verder te gaan op het pad dat we al bewandelen.



