Tandpijn? In België ga je naar de tandarts. In de UK pak je de tang.
- elisabet82
- Aug 20
- 3 min read
door Ann Maes
In het Verenigd Koninkrijk trekken steeds meer mensen hun eigen tanden. Ja, écht. Het klinkt als een bizar verhaal uit een achterbuurt, maar het gebeurt in 2025 gewoon in een Europees land. Bijna acht op de tien Britse tandartsen hebben patiënten gezien die zelf aan de slag gingen met een tang of wat er ook maar in de keukenschuif lag.

Van tandarts naar doe-het-zelf-kit
De reden? Simpel en pijnlijk: maandenlange wachttijden voor tandzorg en prijzen in het privécircuit die je bankrekening in coma leggen. In sommige regio’s duurt het een half jaar voor je terechtkan bij een tandarts. Wie het niet kan betalen om particulier te gaan, staat voor een keuze: doorbijten tot de pijn onhoudbaar is… of de tang erbij pakken. Het is geen incident, maar een trend. Zelfs Britse media spreken openlijk van een “DIY-dentistry crisis”.

Spoed op slakkentempo
En het stopt niet bij tanden. Ook de spoedeisende hulp in het VK kraakt in zijn voegen. Ambulancevertragingen brengen dagelijks meer dan 1 000 patiënten in potentieel gevaar, samen goed voor 1,5 miljoen uur wachttijd buiten ziekenhuizen in één jaar. Het is zo erg dat ambulancepersoneel soms patiënten ziet sterven in de wagen terwijl ze wachten om op de spoeddienst binnen te mogen.
De NHS, ooit een bron van nationale trots, is na ruim tien jaar zware bezuinigingen een schim van wat het was. De wachtlijsten voor zorg staan op 7,5 miljoen mensen. Van tandarts tot ambulance, van spoed tot operatie: het systeem piept en kraakt aan alle kanten.
Hoe anders -en goed- is dat bij ons
Terug naar ons land. In België staat er bij een levensbedreigende 112-oproep gemiddeld binnen een kwartier een ambulance voor je deur. Je wordt rechtstreeks naar een spoeddienst gebracht waar je meestal binnen 14 minuten een arts ziet. Geen uren wachten in een ambulance op de parking, geen rijen brancards in de gang.
De gemiddelde kostprijs voor een spoedrit trouwens? Zo’n 75 euro, vaak deels terugbetaald door je ziekenfonds. In het VK is de ambulance rit “gratis”, maar dat is weinig troost als hij te laat komt.
Vrijheid waar anderen jaloers op zijn
We hebben nog een troef die onze buren niet kennen: in België kies je zelf je huisarts. En als je een specialist nodig hebt, bel je gewoon voor een afspraak. Geen verplichte omweg via je huisarts, geen extra wachttijd, geen papierwerk. In Nederland en het VK kan dat niet – daar moet je altijd eerst naar de huisarts voor een doorverwijzing, zelfs bij dringende klachten.
Dat maakt ons systeem niet alleen sneller, maar ook menselijker. Jij kiest wie je vertrouwt. Jij beslist waar je naartoe gaat. En dat zorgt voor continuïteit en betere zorg, zeker als het erop aankomt.
Niet perfect – maar véél beter
Natuurlijk hebben we in België ook onze uitdagingen. Er zijn wachtlijsten, de werkdruk voor artsen en verpleegkundigen is hoog en de vergrijzing zet het systeem onder druk. Maar zet het naast de situatie in onze buurlanden en je ziet hoe uitzonderlijk het hier is.
Ons systeem piept en kraakt soms, maar het werkt. We hebben relatief korte wachttijden, spoedzorg die écht spoed is en toegang tot specialisten zonder bureaucratische barrières. De zorg is niet gratis, maar wél betaalbaar. En dat allemaal in een compact land waar de afstand tot hulp nooit groot is.
Dus ja, klap maar in de handjes
Niet alleen omdat je tand er in no time uit is als dat nodug is -door een professional, niet door jezelf- maar ook omdat je in België niet hoeft te hopen dat de ambulance op tijd komt. Hier wéten we dat.
Dus de volgende keer dat je moppert in de wachtkamer omdat je “al” een kwartier zit te wachten, denk dan even aan de Britten die diezelfde tijd besteden aan het steriliseren van een tang. Of aan de patiënten die op een brancard in een ziekenhuisgang liggen te wachten tot er een plek vrijkomt.
We mogen kritisch zijn. We mógen dingen beter willen. Maar we mogen ook trots zijn. Want terwijl andere landen worstelen met wachttijden die letterlijk levens kosten, hebben wij een systeem dat -ondanks alles- snel, betaalbaar en toegankelijk blijft.
En dat is in 2025, in Europa, een zeldzaam iets.



